„Laat eens kijken," zegt Otto's moeder en
pakt het
cassettebandje dat Otto strak naast zijn bord
heeft gelegd, van de tafel. „Aardige man," zegt ze
terwijl ze naar Raymond kijkt. Ze stoot Otto's
vader aan en laat hem ook kijken. „Vind je niet?
Vlotte vent hoor." Ze kijkt alsof Raymond
het aan
haar te danken heeft hoe hij eruitziet.
„Raymond van het Groenewoud," leest ze
lang-
zaam voor. „Is het een Belg of zo?"
„Nee, natuurlijk niet," zegt Otto. „Het
hoort
eigenlijk niet aan elkaar, dat hebben ze fout
gedaan.
„Van het Groene Woud," knikt zijn
moeder.
„Nou ja, hij is gelukkig niet zo ordinair als die
andere, hoe heet hij ook alweer..."
„Mag ik mijn bandje?" vraagt Otto en staat
vast
op van tafel.
„Wat ga je doen?"
„Naar mijn kamer, even luisteren."
Onderweg naar boven kijkt Otto nog eens
goed
naar het doosje waar het bandje van Raymond in
zit. Op de voorkant staat een foto van Raymond,
dat kan niet missen. Maar dat Groenewoud, dat
wist Otto niet. Dat was hem in de muziekwinkel
helemaal niet opgevallen. En België. 'Vlaanderen
Boven' heet een nummer, dat zag hij aan tafel al,
en dat is wel degelijk in België. En alles is nog in
het Nederlands ook, of Belgisch dus eigenlijk.
'Zjoske Schone Meid' leest Otto op de achterkant
van het doosje. Het lijkt wel iets van de kleuter-
school.
Daarom is natuurlijk niemand fan.
Misschien
moet hij zeggen dat dit niet precies het bandje is
dat hij bedoelde en of hij het bonnetje mag heb-
ben om te ruilen.
Otto schudt zijn hoofd. Dat lukt nooit.
'Bleke Lena' leest hij verder. Otto begrijpt
er
niets meer van. 'Zij Houdt Van Vrijen', 'Stapelgek
Op Jou' en hier: 'Meisjes!', 'Ik Ben De Man' heet
de laatste, dat gaat nog.
Boven laat Otto zich op zijn bed vallen, het
bandje
houdt hij boven zich in de lucht. Raymond ziet er
nog steeds wel goed uit, het kan gewoon niet klop-
pen. Van het kastje naast zijn bed grijpt Otto zijn
walkman en propt het bandje erin. Hij legt de
walkman op zijn buik en doet de koptelefoon op.
Eerst geruis. Dan: pa-bam padabam! Otto
schiet
overeind. Dit is toch goed, dit is hem! Raymond
ramt dwars door Otto's hoofd op zijn gitaar. En
zingt, met een schreeuwende, hese stem die Otto
meteen nadoet. „Meisjes! Ze maken ons kapot,
meneer! Ze maken ons zo zot, meneer!" Otto
lacht.
Hij grijpt zijn gitaar en speelt mee.
Raymond
maakt net een paar gevoelige tokkeltjes... „Jaaa...
meiskes..."
En dan begint het volgende nummer, weer
met
een keiharde gitaar: „Waar een diploma geen zin
heeft, en de koning ook al niet... Vlaanderen
boven! Waar de mensen belangrijk zijn en de bui-
ken omvangrijk zijn... Vlaanderen boven!"
Otto kijkt even naar zijn walk-man of dit
alle-
maal daar uit kan komen. En lacht heel hard.